Motoriek
Motoriek speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van kinderen, zowel grove als fijne motoriek. Met onze selectie aan leermiddelen werk je aan de motorische ontwikkeling van kinderen en zorg je ervoor dat ze leren oppakken, knijpen, lopen, rennen, klauteren en wel meer. Ook is er aandacht voor oog-handcoördinatie en sensomotorische ontwikkeling, zodat kinderen ook op school werken aan hun motorische ontwikkeling. Met deze leermiddelen maak jij daar een succes van.
Wat betekent Motoriek?
De betekenis van motoriek is het vermogen om te bewegen. Voldoende beweging is heel belangrijk. Kinderen hebben elke dag minimaal een uur matig intensieve beweging nodig om gezond te blijven. Bij jonge kinderen speelt de motoriek een belangrijke rol in de algemene ontwikkeling. Voor het ontdekken van de wereld is het cruciaal dat kinderen goed kunnen bewegen, dingen kunnen vastpakken, vasthouden en verplaatsen. Dit soort bewegingen leren kinderen het best op een spelende manier.
Constructiespeelgoed is speelgoed dat is ontworpen om kinderen uit te dagen om objecten en structuren te bouwen en te experimenteren met verschillende materialen. Door het aanbieden van speelgoed en activiteiten voor de sensomotorische ontwikkeling kunnen kinderen hun motorische vaardigheden oefenen en verfijnen. Bij motorische ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen grove en fijne motoriek.
Wat is fijne motoriek?
Fijne motoriek draait om het ontwikkelen van de kleinere en fijnere bewegingen van de handen en vingers, waar een goede oog-handcoördinatie voor nodig is. Oog-handcoördinatie is de samenwerking tussen de ogen en handen. Het is het vermogen om wat je ziet te gebruiken om een beweging met de handen uit te voeren. Naast het vastpakken van een voorwerp gaat de fijne motoriek ook over het manipuleren van een voorwerp. Denk hierbij aan subtiele en gerichte handelingen zoals tekenen, knippen, plakken en kralen rijgen.
Wat is grove motoriek?
Grove motoriek gaat over gaat over de grotere bewegingen die kinderen met hun volledige lichaam maken, zoals rennen, springen, zwemmen, balanceren en kruipen. Armen en benen, maar ook de romp, worden hierbij gebruikt. De grove motoriek wordt als eerste ontwikkeld bij een kind. Dit is voor de meeste mensen makkelijker, omdat het gaat om bewegingen die we vanzelf leren. Het zijn bewegingen die dagelijks gemaakt worden en waar weinig moeite voor nodig is.
De fijne motoriek wordt later ontwikkeld en hier wordt vaak pas in het basisonderwijs aan gewerkt. Kinderen leren op school knippen, plakken en tekenen. Simpele handelingen, maar voor een kind vaak lastig en daarom juist belangrijk om te oefenen. Oefeningen voor de fijne motoriek zijn vaak gericht op werk met de handen en vingers, maar ook de oog-handcoördinatie.