Toegepaste wiskunde voor het hoger onderwijs

In de serie 'Toegepaste wiskunde voor het hoger onderwijs' ligt de nadruk op het trainen van (elementaire) vaardigheden van de wiskunde. Deze wiskundige vaardigheden worden zoveel mogelijk in praktische situaties weergegeven. Het deel 'Toegepaste wiskunde voor het hoger onderwijs Inleiding' behandelt het basisniveau wiskunde. Alle elementaire wiskundeonderwerpen komen uitgebreid aan de orde. Het getalbegrip wordt behandeld en de daarop gerichte rekenvaardigheid wordt diepgaand beoefend. Ook het omgaan met symbolen en het manipuleren van formules krijgt veel aandacht. Daarnaast worden onderwerpen behandeld zoals vergelijkingen en ongelijkheden, logaritmen en exponenten en de bijbehorende elementaire standaardfuncties. Goniometrische functies worden behandeld en er wordt een begin gemaakt met de differentiaalrekening. De belangrijkste begrippen en toepassingen uit de (vlakke) meetkunde komen aan bod, alsmede de driehoeksmeetkunde. Tenslotte wordt een inleiding op de vectorrekening aangeboden. Het boek is onder andere geschreven voor studenten die willen beginnen aan een opleiding in het hoger onderwijs waarin wiskunde wordt gebruikt en niet over de meest geschikte vooropleiding beschikken. Het boek kan ook gebruikt worden bij (doorstroom-)cursussen. Naast het deel 'Toegepaste wiskunde voor het hoger onderwijs Inleiding' bestaat de serie uit * Toegepaste wiskunde deel 1: behandelt de gehele propedeusewiskunde van de meeste techniekopleidingen in het hoger onderwijs. * Toegepaste wiskunde deel 2: vooral bedoeld voor studenten in techniekopleidingen in het hbo, die ook wiskundeonderwijs ná de propedeuse volgen én voor studenten in de propedeusefase van een technische universiteit. * Toegepaste wiskunde deel 3: bevat een aantal specialistische onderwerpen, die met name in hbo-opleidingen elektrotechniek en technische natuurkunde aan bod komen.